Gerard Buenen

Enthousiast maar ietwat onbezonnen besloten drie filmfanaten de Schijndelse bevolking te laten kennismaken met kwaliteitsfilms. Een echt plan hadden ze niet. ‘Als we tegen een aantrekkelijke prijs goede films draaien, komt het publiek wel vanzelf’ dachten ze vol vertrouwen. Het liep echter niet helemaal zoals verwacht. Toch ligt het ‘mislukte’ initiatief mee aan de basis van het huidige succes van Filmclub Schijndel.

Het is midden jaren tachtig... Jan van Alphen, Bart Eijkemans en Gerard Buenen zijn verslingerd aan biljarten en film kijken. Vooral dat laatste doen ze volop tijdens hun studententijd. ‘We zagen soms twee of drie films per week en hielden zelfs lijstjes met scores bij.’ 

Na hun afstuderen komen ze terug naar Schijndel en al snel beseffen ze dat de betere film ver te zoeken is in hun dorp. ‘Er was geen filmcultuur meer. De film was volledig ingestort. Het aanbod bestond enkel nog uit de zogenaamde Tirolerfilms en dat waren in feite verkapte seksfilms. Dus besloten we het heft in handen te nemen,’ blikt Gerard Buenen terug. Hij vertelt hoe dat in zijn werk ging.

‘Een paar jaar eerder, in 1980, was de KEG (Kulturele Evenementen Groepen) opgericht. Dat was een breed culturele club met aandacht voor muziek, (kinder)theater, literaire cafés, tentoonstellingen... Ik was aanvankelijk geen lid van deze Schijndelse club, maar deed wel nu en dan vrijwilligerswerk voor hen. Gaandeweg raakte ik steeds meer betrokken. Tot mijn verbazing was er binnen het gevarieerde aanbod niets voorzien omtrent film. Als fervent filmliefhebber vond ik dat onbegrijpelijk. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg het KEG-bestuur of dat anders kon. Dat bleek inderdaad het geval te zijn; er was zowel financieel als inhoudelijk nog ruimte voor een extra initiatief. Met als gevolg dat ik Jan en Bart benaderde en samen met hen de filmwerkgroep vorm gaf. Ik moet toegeven dat er ook wel een persoonlijk motief mee gemoeid was: alle drie misten we het filmaanbod dat we gewend waren uit onze studententijd en dat gemis wilden we maar al te graag verhelpen.’

Hadden jullie een duidelijke visie?

‘Eigenlijk niet. Ons uitgangspunt was dat we voor een breed publiek, goede films in het City Theater wilden vertonen. We wilden een tegengewicht bieden voor de toenmalige Tirolerfilms die in feite verkapte seksfilms waren. De toegangsprijs voor de door ons vertoonde films bedroeg vijf gulden. Dat was een bewuste keuze. De toegang moest laagdrempelig zijn zodat iedereen de weg naar de betere film kon vinden. Goede films voor weinig geld. Het kon niet misgaan, dachten we in onze naïviteit. Toch bleef het grote publiek achterwege. Het dieptepunt was toen er slechts één bezoeker was voor Les favoris de la lune van regisseur Otar Iosseliani. Maar we gingen stug door. Door de hoge huurprijs van het City Theater en het lage bezoekersaantal slinkte het budget dat vanuit KEG beschikbaar was gesteld, echter zienderogen. Na iets meer dan een jaar ging het hele verhaal dan ook als een nachtkaars uit. In 1988 zijn we ermee gestopt. Wellicht waren we te snel gegaan voor Schijndel.’

Waarom liet het publiek het volgens jou afweten? 

‘Dat we vooral films vertoonden die we zelf goed vonden, zal er wel mee te maken hebben gehad’, glimlacht Gerard. ‘Dat we niet zelfbedruipend hoefden te zijn, droeg er aan bij dat we grotendeels onze eigen keuze volgden. We hadden alle drie dezelfde smaak en waren een groot liefhebber van de Franse en Italiaanse film. De regisseur van de film en de acteurs/actrices die er in te zien waren, waren bepalend bij onze keuze. We werden met name enthousiast van films van Bunuel, Billy Wilder, Pasolini… de wat surrealistische films zeg maar. Welke film me altijd bijgebleven is? Dat zijn er wel meer, maar Pasolini’s Porcile heeft wel het meeste indruk gemaakt. In die film werd slechts één zin gezegd. Het was één visueel schouwspel. Je hoeft een film niet altijd te begrijpen, vind ik. Je kunt een film ook geweldig vinden terwijl je denkt ‘Naar wat ben ik in ’s hemelsnaam aan het kijken!?’ Het neemt niet weg dat we ook geregeld andersoortige films vertoonden. Meer toegankelijke films zoals Sophie’s Choice, Life of Brian, One Flew over the Cuckoo’s Nest, Full Metal Jacket, Wild at Heart, Fantasia… Achteraf gezien zijn er een aantal factoren die anders hadden gekund: we draaiden te veel van hetzelfde soort films, de frequentie was te hoog (elke veertien dagen was er een filmvoorstelling) en we hadden geen vast publiek.’

Hoe resulteerde jullie nobel maar weinig succesvol initiatief uiteindelijk toch in de succesvolle filmclub van vandaag? 

‘Na ons kwamen er gelukkig anderen die de zaken beter en slimmer aanpakten. Toen Fred Mathijsen en Jeanine Kooijmans het van ons overnamen, introduceerden ze het lidmaatschap. Het verzekerde hen van een vast bezoekersaantal en dus ook van een vast budget. Het lidmaatschap en het bredere aanbod zijn allebei bepalend geweest voor het huidige succes van de filmclub. ’

Ben je mettertijd anders naar films gaan kijken?

‘Het is een feit dat het filmklimaat drastisch veranderd is. Vroeger werd een film vaak opgehangen aan een bepaalde acteur of actrice. Een goede acteur zag je alleen maar in goede films. Een goede regisseur maakte alleen maar goede films. Dat is vandaag minder het geval. Ik zie gerenommeerde acteurs of actrices soms in een draak van een film verschijnen en gerenommeerde regisseurs gaan ook wel eens vreemd. Over het algemeen is er minder uniciteit. Alle films lijken op elkaar. Waarbij ik meteen de kanttekening wil plaatsen dat ik wellicht niet goed geplaatst ben om die uitspraak te doen; ik zie eigenlijk nog te weinig films. Misschien zit het grootste verschil wel in mezelf. Het magische van filmkijken in de bioscoop is verdwenen. Het gevoel dat je had als het doek openging en de film startte. Dat was een onvergetelijke beleving. De film liet je dingen zien die je nergens anders zag. Dat magische is jammer genoeg toch wel verdwenen.’

Welke toekomst is er weggelegd voor filmclubs?

‘Ik vind het fijn wat Filmclub Schijndel zoal doet. Initiatieven als ‘De Wereld woont in Schijndel’ zijn sowieso van toegevoegde waarde, ook al levert het niet altijd de beste films. Persoonlijk zou ik graag wat meer retrospectieven zien. Ik zou het mooi vinden als de Filmclub een serie films van een bepaalde regisseur of met een bepaalde acteur/actrice zou vertonen. Een vernieuwde kennismaking met een regisseur als Bunuel zou geweldig zijn! Het zijn niet de makkelijkste films, maar een spannende filmkeuze kan wat mij betreft nooit verkeerd zijn. Het vult je, verrijkt je en doet je nadenken. Ondanks het overaanbod van films op tv, dvd, streaming platforms et cetera, denk ik dat filmclubs nog een hele tijd meekunnen want vooralsnog zijn de sfeer en het formaat van film in de bioscoop niet te evenaren. Dat is de kracht van filmclubs.’

Interview: Gerda Baeyens 2021

 

 Films die de KEG heeft vertoond in de City.

1987

14 april Kiss of the Spiderwoman ( Hector Babenco)

12 mei Sophie’s Choice ( Alan J. Pakula)

26 mei Oblomov ( Nikita Mikhalov)

9 juni Hannah and her Sisters (Woody Allen)

23 juni Macaroni ( Ettore Scola) 

29 sept. Prizzi’sHonor (John Huston)

27 okt. Les Favoris de La Lune  (Otar Josselani)

17 nov. Life of Brian (Monty Python, Terry Jones)

28 nov. Las Hurdas en Un Chien Andalou (L. Bunuel)

1 dec. One Flew over the Cuckoo’s Nest (M. Forman)

29 dec. Fantasia (Walt Disney)

1988

26 jan. Orfeu Negro (Marcel Camus)

15 maart Crazy Love (Dominique Deruddere)

5 april Barfly (Barbet Schroeder)

19 april Full Metal Jacket (Stanley Kubrick)

3 mei Gardens of Stone (Francis Ford Coppola)

17 mei Radio Days (Woody Allen)

En verder nog

Wild at Heart  (David Lynch)

Letter to Brezhnev ( Chris Bernard)

Down and out in Beverly Hills ( Paul Mazursky).

Down by law  (Jim Jarmusch)

The Mission (Roland Joffe)

KEG en Filmclub

De Filmclub heeft in 2007/2008 ook meegedaan met het KEG project DE WERELD IS > DAN SCHIJNDEL. We hebben toen 6 kunstfilms vertoond.

De films die de Filmclub had uitgekozen waren:

Basquiat van Julian Schnabel

Nostalghia van Andrei Tarkovski

Pollock van Ed Harris

The exposition of Anna Zhakov van Peter van Houten

Caravaggio van Derek Jarman

Andrei Roebljov van  Andrei Tarkovski